Bergbongo
Nog maar 4 groepen…
Ondanks zijn 300 kilo is de bongo moeilijk te ontdekken in het dichte regenwoud. Dat komt niet alleen omdat ze erg schuw zijn, maar ook dankzij het camouflerende strepenpatroon. Het Bongo Surveillance Project maakt gebruik van cameravallen om het leefgebied van de bongo goed in kaart te kunnen brengen. De beelden tonen aan dat er nog vier groepen bergbongo’s zijn. De kleinste groep telt slechts zes dieren.
Bos aanplant
Bergbongo’s zijn afhankelijk van ongerept regenwoud met voldoende struiken. Door de groeiende commerciële bosbouw is een groot deel van hun leefgebied echter verloren gegaan. Om de door houtkap kaalgeslagen terreinen in de toekomst weer geschikt te maken voor de oorspronkelijke bosbewoners, kweekt en plant BSP samen met de bevolking nieuwe regenwoudbomen.
Bewaking
Rangers van BSP volgen de laatste bongo’s permanent. Zij controleren of er stropers actief zijn in het bos en maken valstrikken onschadelijk. Bij eventuele problemen krijgen ze extra steun van de lokale overheden.
Jeugd betrekken
Op Mount Kenya, vlakbij een van de leefgebieden van de bongo’s, ligt het een educatief centrum van het Bongo Surveillance Project. Jaarlijks komen hier zo’n 200 schoolkinderen op bezoek. Daar leren ze alles over het belang van natuurbehoud, duurzame energiebronnen en herbebossing. Zo hoopt het project de jeugd te inspireren om de bongo te helpen beschermen!
Alternatieve inkomsten
Om het minder verleidelijk te maken om te gaan stropen of hout te kappen in het bos, heeft BSP diverse initiatieven voor de arme bevolking rond de bongo leefgebieden ontwikkeld. Bijvoorbeeld door bijen, geiten of vissen te houden.